
Gêne-Z.
“Hoi! Ik kom er even gezellig bij staan.”
Sta Hang je dus met drie mannen -in de respectabele leeftijdscategorie tussen de vijfenzestig en tweeënzeventig jaar- in de herfstzon aan een terrastafel net aan het derde laatste glaasje witte opdrinkwijn (de vorige twee waren dat ook al) te nippen, komt er zo’n irritant vrolijke, volslagen onbekend vrouwmens, compleet uit het niets zich mengen in onze meestal overwegend boeiende conversatie.
Blijkbaar was het niveau daarvan inmiddels beland in een fase die ik mij niet meer kan herinneren, maar dat kan uiteraard ook hebben gelegen aan deze plotselinge en ongenode indringster.
Wij waren zeg maar, ietwat confuus.
Of beter gezegd; verward.
Maar gelukkig nog wel zo helder van geest dat ons fatsoen -ik vermoed mede dankzij onze ouderwetse opvoeding- het won van een op dat moment meer voor de hand liggende vorm van onbeschaafdheid. Zo wisten dus twee van die verwarde mannen, zij het enigszins haperend alsnog “Oh, nou ja leuk, kom erbij,” uit te spreken, terwijl de derde nog met z’n mond open stond. Hetgeen mij zelden overkomt.
“Wie zijn jullie en waar kennen jullie elkaar van?” waren daarop direct de volgende twee vragen van het wezen, dat met een glas roze ranja in d’r hand in drie paar ogen keek die alleen maar verbaasder terugkeken. Keurig en tot dan toe nog altijd welbeschaafd werd uitgelegd wie wij zijn en hoe wij elkaar kennen. Niet dat ze luisterde, want de volgende vraag werd al gesteld voordat we waren uitgesproken: “Wat vinden jullie van mij?”
Kijk, op zo’n vraag kun je, terwijl één van ons drieën intussen alweer het vierde laatste rondje had besteld, heel persoonlijk antwoorden, maar wij bleven ons vooralsnog correct gedragen door eerst maar even te vragen naar háár naam en wat ze kwam doen aan ‘ons’ tafeltje.
Dat hadden we dus beter niet kunnen doen. Freya bleek HR-manager te zijn. ZZP-er uiteraard, want veertig uur werken voor een baas is zóóó niet meer van deze tijd. Bedrijven die haar inhuren zijn waarschijnlijk zelf al zwaar terminaal of willen gewoon naar de kloten geholpen worden, want de moderne HR manager is er vooral ééntje waarbij inclusie, diversiteit, de veilige werkplek en het liefst een 24-urige werkweek, waarvan twee thuiswerkdagen en een salaris van vier mille netto per maand zo ongeveer de kernpunten zijn voor het managen vertroetelen van je personeel employees. Minstens. En tja, als Freya dan een paar maanden geen opdrachten had (wat wij ons als voormalig werkgever best konden voorstellen), maakte niet uit, want ja, overwaarde op d’r huis, geld genoeg en ze verdiende meer dan haar vent. Koken deed ze niet, want teveel werk.
Eén van ons moest ineens om persoonlijke redenen ontzettend pissen terwijl een ander van die Freya de vraag ontving waarom hij niet gewoon z’n kop kaal liet scheren, want zo was het ook geen gezicht en bovendien; meer haar zou hij toch niet meer krijgen.
“Maar waarom draag jij je haar in een knotje en niet los”, was de wedervraag van één van mijn mede vinologen aan deze trut van het formaat Sharon Dijksma. ”Je wilt niet weten hoeveel haar ik heb”, zei ze toen. Nee, dat klopt dacht ikzelf. Dat willen wij ook helemaal niet weten, ook al zijn wij van de generatie waarin het oksel- en schaamhaar nog weelderig aanwezig was, wil dat nog niet zeggen dat wij daar nou met enige nostalgie aan terugverlangen, laat staan nieuwsgierig zouden zijn naar de haargroei van onze ongewenste tafeldame.
Ook al bedoelde ze waarschijnlijk heel wat anders, maar haar hele voorkomen en ongegeneerde manier van teuteren over zichzelf, zonder daarbij zich daarbij af te vragen of wij ook maar één haartje interesse in haar zouden hebben, maar ik ben nogal visueel ingesteld.
Da’s dan ook het grootste probleem van jullie Gêne-Z generatie. Het is prima als jullie graag een ‘gezonde’ hamburger van sojabonen en tofu lekker vinden, ga lekker havermelkcappuccino drinken, zuip je klem in een alcoholvrije IPA, wapper er vrolijk met een Palestijnse vlag bij, maar val ons, mannen van ener leeftijd, niet lastig met jullie koemelk-, noten- of glutenallergie, lactose-intolerantie of één of andere schaamte, terwijl je dat woord niet eens kent.
Schaamtelóós dus ook niet. Maar toch gedragen jullie je wel zo. Zonder kennis van feiten, zonder historisch besef en nog niet eens kassabon kunnen lezen.
Laat ons nou gewoon die Statlers en Waldorfs zijn die, zolang wij dat nog kunnen, staand aan een tafeltje wijndrinken.
Je mag er gerust bij komen staan, maar alleen als je mee kunt lullen.
En niet tegen ons aan wilt zeiken.

